Overprikkeling bij mensen met #autisme krijgt vaak en veel aandacht, maar een tekort aan prikkels kan net zo goed de oorzaak zijn van een minder optimaal functioneren.
"Mensenmassa's vermijd ik, maar ik zoek ze als wielerliefhebber ook bewust op. Dan fiets ik naar een locatie waar een grote ronde langskomt en voeg me tussen het publiek. Tijdens het wachten op de renners knoop ik gesprekjes aan met de mensen om mij heen. Dat is gemakkelijk, want iedereen die daar uren staat, heeft net als ik een buitengewone belangstelling voor wielrennen. Zo'n enerverende ervaring houdt mijn prikkelniveau op peil, ik kan er meestal een heel jaar mee vooruit."
Wat doet onderprikkeling met je?
Mensen met autisme zijn in extreme mate gevoelig voor sensorische signalen en bepaalde prikkels van binnenuit, maar kunnen hier ook in extreme mate ongevoelig voor zijn. Aan dit laatste, de onderprikkeling, wordt in de media en in onderzoek minder aandacht besteed dan aan de bekendere overprikkeling. Onderprikkeling valt gewoon ook minder op: de persoon is weinig actief (passiviteit) en heeft moeite met het beginnen en/of afmaken van activiteiten (lage motivatie). De persoon kan zich moe, futloos, leeg, eenzaam, wanhopig en/of doelloos voelen. Onderprikkeling lijkt daarmee op een beginnende depressie, maar een effectieve aanpak wijkt daar wel van af. Soms uit onderprikkeling zich bij een persoon met autisme in een vorm die lijkt op het hebben van ADHD. Dat is dan heel mooi, want die persoon is dan zelf bezig het te lage prikkelniveau flink op te schroeven. Want dat heb je dus nodig.
Vijf tips tegen onderprikkeling
1. Begin. Je hoeft niet gemotiveerd te zijn om ergens aan te beginnen. Denk terug aan wat je vader of moeder vroeger tegen je zeiden, wanneer je iets stoms tegen je zin moest doen: “doe het nu maar, gewoon omdat ik het zeg”.
2. Beweeg. Maak gebruik van hoe wij mensen in elkaar zitten. Door je lichaam in beweging te zetten, gaat je geest volgen. Hoe spannend en uitdagend je die beweging maakt, hangt af van wat je normaal gewend bent.
3. Ga naar buiten. Buitenlucht is beter, maar is in deze ook: ga buiten je comfortzone! Ben je normaal iemand van de routine, doorbreek die dan. Ben je normaal een creatieve chaoot, zoek dan orde en regelmaat. Kijk je graag films, lees dan een boek. Hou je van bier, drink dan wijn. Luister je naar pop, schakel over op klassiek. O.K., je snapt wel wat ik wil zeggen: doe aan schoktherapie, maar dan de leuke variant.
4. Ambieer. Bedenk wat je graag wilt veranderen en wat je daadwerkelijk kunt aanpakken: iets concreets, iets dat binnen je mogelijkheden ligt en iets waarvoor je ook de tijd hebt om het af te maken. Schrijf op wat je wilt bereiken en welke stappen je hiervoor nodig hebt. Of begin gewoon direct met de eerste, kleine stap en kijk onderweg wel wat er nodig is.
5. Ontmoet. De grootste en minst controleerbare bron voor prikkels zijn andere mensen, vooral mensen waarvoor je bepaalde gevoelens koestert. Dat kunnen negatieve gevoelens zijn, maar ik zou beginnen met mensen te ontmoeten, waarvoor je positieve gevoelens koestert. Deel met iemand, die je goed kunt vertrouwen, jouw situatie van onderprikkeling. Dat geeft de ander de kans om jouw passiviteit en zwakke motivatie niet af te doen als een slappe karaktertrek, maar als een uitdaging om samen aan te gaan pakken. Voor iemand die flink onderprikkelt is, helpt het wanneer een ander even de leiding overneemt.
Coping
Coping maakt bepaalde mensen met autisme nog eens extra gevoelig voor onderprikkeling. Om je staande te kunnen houden (coping) als persoon met autisme in een wereld die je niet altijd goed aanvoelt, schakel je soms het binnenkomen van signalen en/of het ervaren van bepaalde prikkels uit. Dit doe je soms bewust, bijvoorbeeld door iemand bewust niet aan te kijken terwijl je met hem of haar praat. Zo krijg je minder visuele signalen binnen en beheers je bovendien de daarbij opgewekte emotionele prikkels. Op den duur kunnen dit soort copingsvaardigheden een tweede natuur worden, je doet ze dan automatisch. Maar in een periode waarin je al heel weinig prikkels binnen krijgt, bijvoorbeeld tijdens een lockdown, zou je dit automatisme uit moeten zetten. Maar wat als je eigenlijk niet meer door hebt dat je bepaalde prikkels reguleert of negeert? Dan zul je dus proactief de grenzen van je prikkelverwerking op moeten zoeken: ga spelen met beeld, geluid, geur, smaak, tast, temperatuur, evenwicht, gedachten en/of gevoelens. En vergeet niet te genieten, want misschien krijg je deze unieke kans om zonder overprikkeling nieuwe ervaringen te verkennen nooit weer.
Marc Beek is publieksvoorlichter van beroep en heeft een late diagnose autisme gekregen. Daarnaast is Marc activiteiten boswachter en geeft op verrassende wijze uitleg over autisme tijdens een wandeling door de natuur, waarbij hij planten en dieren gebruikt in zijn verhaal.
Comments