Waarom mensen met autisme soms een te weinig en soms een teveel aan empathie vertonen (en alles daartussenin).
Empathie beschrijf ik als de gevoelens, gedachten en behoeftes van een ander inschatten en daar adequaat op kunnen reageren. Dat adequate reageren op ingeschatte gevoelens van een ander, dat noemen we inlevingsvermogen. Hierover hebben we het meestal, wanneer we het over een tekort aan empathie bij mensen met autisme hebben, maar is dat juist?
Mensen met autisme hebben om drie redenen vergeleken met de meeste mensen zonder autisme meer moeite met (het tonen van) inlevingsvermogen:
1. Om gevoelens bij een ander te kunnen herkennen, moet je ze zelf ook kennen;
2. Om gevoelens bij een ander te zien, moet je open staan en gericht zijn op een ander;
3. Inlevingsvermogen toont zich door het delen van de gevoelens van een ander en daar sociaal-emotioneel wenselijk op reageren.
Om gevoelens van een ander te kunnen herkennen, moet je ze zelf eerst ook wel kennen. Wanneer jij bepaalde gevoelens niet zelf ervaart, wordt het heel lastig om deze bij een ander te kunnen herkennen. Basisemoties begrijpen zoals boosheid, plezier of verdriet lukt vaak nog wel. Maar wat als er twee of drie emoties tegelijk spelen? Niet iedereen ervaart de meer complexe emoties, of kan die bij zichzelf goed duiden. De verwerking van emoties kan bovendien flink vertraagd zijn. Soms ervaar ik een zekere emotie pas dagen na de eigenlijke gebeurtenis, zelfs wanneer de gebeurtenis in ontspannen sfeer plaatsvindt en plezierig is.
Om gevoelens bij een ander te zien, moet je wel open staan en gericht zijn op een ander. Dat open staan, daar zijn mensen met autisme dus vaak juist erg goed in! Veel mensen met autisme noemen zichzelf hypersensitief voor de emoties van een ander. Het maakt deze mensen boos of verdrietig wanneer hen toch een gebrek aan inlevingsvermogen wordt toegeschreven. Soms kunnen zij namelijk niet goed functioneren juist door de overvloed aan emoties die anderen door hun aanwezigheid of stemming over hun heen lijken te storten.
“De ogen van een ander tijdens een gesprek ontwijken, is geen blijk van gebrek aan interesse voor die persoon, maar de bescherming tegen een teveel aan emoties die via de ogen uitgezonden worden en je het verhaal doen missen.”
Overigens eerlijk gezegd, om puur voor mezelf te spreken, ben ik niet altijd echt op andere mensen gericht. Voor mij zijn de doeners en vooral de denkers interessant. Gevoelsmensen zijn voor mij al snel onnavolgbaar en licht irritant. Dit omdat ik vast minder bedreven ben in het waarderen van het rijke pallet aan gevoelens dat zo’n persoon kan vertonen.
Inlevingsvermogen toont zich door het delen van de gevoelens van een ander en daar sociaal-emotioneel wenselijk op reageren. Het vermogen om gevoelens bij een ander te herkennen en daar adequaat mee bezig te zijn, is om genoemde redenen bij mensen met autisme minder praktisch toegerust. Het op het juiste moment tonen van medeleven en het geven van gepaste emotionele steun, zoals het leggen van een arm om iemand heen, of iemand een bloemetje brengen, wordt dan wenselijk gedrag vertonen zonder dat de emotie die hiervoor de aanleiding geeft al bij je bekend of aanwezig is. Je kunt hierbij kiezen tussen een toneelstukje opvoeren of niet invoelend genoeg gevonden worden. Een wrange keuze tussen jezelf of de ander tijdelijk voor de gek houden.
Soms teveel en soms te weinig
Mensen met autisme kunnen tegelijk hypersensitief zijn voor de gevoelens van een ander, maar praktisch gezien op het vlak van inlevingsvermogen toch tekort schieten. Empathie betreft echter meer dan inleven in gevoelens, het gaat ook om gedachten en behoeftes!
Als persoon met autisme kun je empathie ook tonen, door open te zijn en de ander echt te willen begrijpen. En door vriendelijk en hulpvaardig te zijn. Sommige mensen (met autisme) compenseren hun schuldgevoel over falende emotionele wederkerigheid door het eigen ik weg te cijferen en zich sterk op de behoeftes van een ander te richten. Anderen trekken zich juist uit sociaal-emotionele relaties terug: ze laten de ambitie varen om desnoods alleen op het vlak van denken en doen iets voor een ander te kunnen betekenen.
Schrijf mensen met autisme geen tekortschietend inlevingsvermogen toe. Dat doet pijn.
Bekijk het hele plaatje: empathie is naast meevoelen ook meedenken en meedoen.
Marc Beek is publieksvoorlichter van beroep en heeft een late diagnose autisme gekregen. Daarnaast is Marc activiteiten boswachter en geeft op verrassende wijze uitleg over autisme tijdens een wandeling door de natuur, waarbij hij planten en dieren gebruikt in zijn verhaal.
Comments